Graz is een nieuwe stap in het oeuvre van Bart Moeyaert: een novelle voor volwassen lezers. En wat voor een: Moeyaert heeft een fijnzinnig meesterwerkje afgeleverd.
Moeyaert nodigt ons uit te luisteren naar het zoemen van
de stilte
Zal het iemand verbazen als we beweren dat Graz een fijnzinnige, subtiele novelle is? Of als we vermelden dat zowel de hoofdpersoon als de lezer tracht de waarheid achter de werkelijkheid te zien?
Natuurlijk niet. Het zijn adjectieven en kwalificaties die van toepassing zijn op zowat het hele oeuvre van Bart Moeyaert. Maar Graz is niettemin een nieuwe stap binnen dat oeuvre: een novelle voor volwassen lezers. Dat is grappig, als je bedenkt wat de crux van dit verhaal is: de hoofdpersoon Herman Eichler, 28 jaar oud, voelt zich nog altijd een jongetje. Zijn ouders zijn overleden; hij werkt nu alleen in de familiale apotheek in de Oostenrijkse stad Graz. Eichler houdt zichzelf geregeld voor dat hij geen kind meer is, maar het verlangen naar eenvoudiger tijden blijft. 'Ik was geen tien en ik kwam niet net uit bad en kreeg geen schone pyjama aan en mocht niet opblijven tot mijn haar droog was.' Eichler …Lees verder
Moeyaert nodigt ons uit te luisteren naar het zoemen van
de stilte
Zal het iemand verbazen als we beweren dat Graz een fijnzinnige, subtiele novelle is? Of als we vermelden dat zowel de hoofdpersoon als de lezer tracht de waarheid achter de werkelijkheid te zien?
Natuurlijk niet. Het zijn adjectieven en kwalificaties die van toepassing zijn op zowat het hele oeuvre van Bart Moeyaert. Maar Graz is niettemin een nieuwe stap binnen dat oeuvre: een novelle voor volwassen lezers. Dat is grappig, als je bedenkt wat de crux van dit verhaal is: de hoofdpersoon Herman Eichler, 28 jaar oud, voelt zich nog altijd een jongetje. Zijn ouders zijn overleden; hij werkt nu alleen in de familiale apotheek in de Oostenrijkse stad Graz. Eichler houdt zichzelf geregeld voor dat hij geen kind meer is, maar het verlangen naar eenvoudiger tijden blijft. 'Ik was geen tien en ik kwam niet net uit bad en kreeg geen schone pyjama aan en mocht niet opblijven tot mijn haar droog was.' Eichler is onvermijdelijk volwassen en moet dus eindelijk eens leren te luisteren naar wat zijn lichaam vraagt. Een ongeluk met een fietser in zijn straat geeft hem het langverwachte duwtje in de rug.
Moeyaert heeft het verhaal van Eichler samengebald in twee nachten. De ene nacht behoort tot het verleden, toen zijn vader aankondigde dat hij zich zou terugtrekken uit de apotheek. Eichler zwerft daarna door de winterse, besneeuwde stad en ontmoet een vrouw. De andere nacht is gesitueerd in het heden, vlak na het ongeluk met de fietser. Opnieuw zwerft Eichler door de sneeuw, met de portefeuille van de jonge fietser op zak. Dit keer ontmoet hij een man.
Het typische aan Moeyaerts fictie is dat je alles plat kunt slaan met een boertige samenvatting. Bijvoorbeeld: Graz gaat over een homoman die worstelt met zijn seksuele verlangens. Dat kan wel juist zijn, maar het doet geen recht aan de rijkdom van Moeyaerts kunst. Die bestaat uit een paradox: het minutieus beschrijven van uiterlijkheden, in een poging om de onuitsprekelijke waarheden daarachter te doorgronden.
Pauwenstaart
Zoals ik hoger schreef, geldt die paradox voor de personages én voor de lezer. Het personage Eichler is een scherp waarnemer, maar zijn gevoelens en die van andere mensen blijven hem een raadsel. De lezer krijgt dan weer een gedetailleerde beschrijving van Eichlers handelingen, maar het is onze taak om te ontcijferen wat hij doet en vooral: waarom. Moeyaert waarschuwt om niet te snel conclusies te trekken: 'Door onze verbeelding zijn we in staat om ons alles voor te stellen wat andere mensen denken en voelen. We gaan er gemakshalve van uit dat ons idee het juiste is. Onze eigen gedachten zijn waar.'
Graz staat bekend om zijn klokkentoren en Moeyaert zet die bezienswaardigheid graag in als metafoor: hij nodigt ons uit te luisteren naar het zoemen van de stilte, vlak voor en vlak na de klokslagen.
Naarmate je verder leest in Graz, plooit de ogenschijnlijk spaarzame plot zich open tot een pauwenstaart van thema's en betekenissen. Moeyaert heeft het in dit kleinood onder meer over een heftig verlangen naar de kindertijd, maar ook over een man die wil groeien: niet langer een kind zijn dat zorg nodig heeft, maar een volwassene zijn die zorgt, die verantwoordelijkheid opneemt. Een volledig mens.
Zonder meer groots, ten slotte, is het slot. In de loop van het boek heeft Eichler zich gerealiseerd dat er misschien toch mogelijkheden zijn om contact te leggen met andere mensen ('Ik had er nog nooit bij stilgestaan dat er misschien andere mensen waren die het onbeschrijflijke soort purper kenden dat 's nachts na het sneeuwen in de lucht hing'), maar het is aan de lezer om te bepalen of hij tijdens die 'lange lange witte nacht' enige vooruitgang geboekt heeft. Misschien doet het er ook niet toe. Het voornaamste is dat hij geprobeerd heeft. En dat wij mochten toekijken.
Verberg tekst