Recent verschenen in de bekende reeks voor eerste lezers 'Maan roos vis' van Zwijsen, voor het eerst twee meegroeiboeken. Het betreft de verhalenbundel Wat een verhalen! van Rindert Kromhout en Jan Jutte, en Kook jij of kook ik? van Martine Letterie en Rick de Haas. Beide uitgaven zijn bedoeld voor beginnende lezertjes, die met deze boeken klimmen van AVI-Start tot AVI-M4. De kleppers vallen meteen op door hun vormgeving: het zijn flinke boeken, elk ruim 140 pagina's, in een hoog formaat, hardcover, rijkelijk geïllustreerd en van een blauw leeslint voorzien. Kook jij of kook ik? is een rechttoe, rechtaan verhaal: Riet en Piet, twee koks, houden samen een restaurant open, maar maken voortdurend ruzie. Piet kan de stress niet meer aan en besluit zijn leven een andere wending te geven: hij trekt naar de zee. De vakantie begint echter al gauw te vervelen, en na een tijdje kruipt het bloed waar het niet gaan kan: Piet begint op aanraden van ijsverkoper en nieuwe vriend…
Lees verder
Recent verschenen in de bekende reeks voor eerste lezers 'Maan roos vis' van Zwijsen, voor het eerst twee meegroeiboeken. Het betreft de verhalenbundel Wat een verhalen! van Rindert Kromhout en Jan Jutte, en Kook jij of kook ik? van Martine Letterie en Rick de Haas. Beide uitgaven zijn bedoeld voor beginnende lezertjes, die met deze boeken klimmen van AVI-Start tot AVI-M4. De kleppers vallen meteen op door hun vormgeving: het zijn flinke boeken, elk ruim 140 pagina's, in een hoog formaat, hardcover, rijkelijk geïllustreerd en van een blauw leeslint voorzien. Kook jij of kook ik? is een rechttoe, rechtaan verhaal: Riet en Piet, twee koks, houden samen een restaurant open, maar maken voortdurend ruzie. Piet kan de stress niet meer aan en besluit zijn leven een andere wending te geven: hij trekt naar de zee. De vakantie begint echter al gauw te vervelen, en na een tijdje kruipt het bloed waar het niet gaan kan: Piet begint op aanraden van ijsverkoper en nieuwe vriend Pim een goeddraaiend viskraam op het strand. Maar hij mist zijn vriendin. Ondertussen zit Riet in haar restaurant met de handen in het haar. Het werk wordt ook haar te veel en ze gaat op zoek naar een collega die haar kan bijstaan. Die zoektocht loopt echter niet over rozen: eerst komt tuttebel Bella solliciteren, daarna probeert de kluns Gerrit zijn kookkunsten te demonstreren... Riet wordt stilaan wanhopig, tot Truida verschijnt. Zij is in tegenstelling tot haar voorgangers een warme vrouw, die bovendien haar mannetje kan staan in de keuken. Wat echter bij Truida het struikelblok vormt, daar zullen veel zesjarigen smakelijk om gniffelen. Riet kan er minder om lachen, zij zit weer zonder hulp. Maar misschien kan vaste klant en journalist Paul wel voor een oplossing zorgen... En zo is aan het einde van het verhaal iedereen weer tevreden.
Ook in de verhalenbundel Wat een verhalen! over het duo Bil en Wil vormt vriendschap het centrale thema. De twee mannetjes doen wel wat denken aan Raf en Mich Walschaerts, die als broers in pyjama het slot van het Vlaamse actualiteitenprogramma Man bijt hond opleukten. Op een gelijkaardige manier weet het tweetal, dat ook vaak in bed ligt, het publiek voor zich te winnen met anekdotische verhalen die ontroerend of grappig zijn. In het raamverhaal rakelen Bil en Wil herinneringen op, die telkens de aanleiding zijn voor een van de zes verhalen: we lezen onder andere over die keer dat er een dief inbrak in het huis, over hoe Bils ziekte en Wils vermoeidheid de beiden het oudejaarsfeest deden missen, over hoe Bil de wijde wereld introk en met nieuwe verhalen naar huis kwam... De zes verhalen zijn een uitdaging qua lengte, afgerond en los van elkaar te lezen (ze zijn eerder ook al apart verschenen) en tonen mooi het belang van verhalen aan, evenals van vertelkunst, van vriendschap, hoe je kan relativeren en wat écht belangrijk is.
Zowel Letterie als Kromhout weten met hun tekst te overtuigen binnen het concept van een boek met een groeiend niveau en een langzaam verkleinende letter. De taal is verzorgd en sprankelend, en houdt rekening met de eisen van het AVI-niveau. De verhalen zijn niet te ingewikkeld: Letteries verhaal is groter van omvang omdat het slechts één plot betreft, maar het blijft door de korte hoofdstukjes behapbaar. Beide auteurs zetten een beperkt aantal (alle volwassen) personages neer, en spelen op eenvoudige manier in op de verwachtingen van de nog niet ervaren lezer: herhalingen in woorden, zinsconstructies en verhaalwendingen zijn een vaste waarde die de beginnende lezer herkenning en vertrouwen schenken. Kromhout voegt daar nog een aantal verrassende ontknopingen aan toe. Af en toe kan de lezer bij Letterie een voorspelling maken, of komt er bij Kromhout wat fantasie en filosofie aan te pas, bijvoorbeeld als Bil en Wil zich inbeelden wat er zich in 'de dichte doos' (in het gelijknamige verhaal) bevindt. De vrienden krijgen er uiteindelijk geen antwoord op, de lezer heeft er eveneens het raden naar. Kromhout geeft ook een beetje taalbeschouwing mee: de namen van de vrienden Pil, Ril en Gil bijvoorbeeld zijn niet toevallig zo gekozen. Pil is namelijk de naam van de dokter, Ril is een personage dat het almaar koud heeft. Jan Jutte weet die personages, en wat hen te beurt valt, trouwens, uitstekend te vatten in zijn stripachtige illustraties. De manier waarop de beelden gecomponeerd zijn, dwingen de lezer stil te staan en op zoek te gaan naar de betekenis en de rijkdom van de prenten. Op het juiste moment grijpen ze de aandacht van de lezer. Rick de Haas geeft aan de lichaamstaal en gelaatsuitdrukkingen van de personages een grote expressiviteit. Ook in de kleinste handelingen zit heel wat beweging, wat de tekeningen in al hun eenvoud boeiend houdt. Ook anderstalige kinderen zullen dat waarderen. In dit boek verrast De Haas ook met fijne achtergrondkleuren en -patronen, die het boek toch een aangenaam lichte aanschijn geven. Zelden is een bladzijde ongeïllustreerd gelaten. Twee knappe uitgaven. [An-Sofie Bessemans]
Verberg tekst