Een succesvol schrijver van detectives uit Engeland, Ambrose Guise, keert na twintig jaar terug naar zijn geboortestad Parijs. Zoals vele personages uit de romans van de Franse auteur (1945) wordt hij daar geconfronteerd met herinneringen aan een verstoord verleden. Als 19-jarige is hij in 1965 in aanraking gekomen met een jonge weduwe die haar slapeloze nachten doorbracht met een aantal bekenden uit het Parijse nachtleven, van wie er één is vermoord. Zijn zoektocht naar dit verleden mondt - als in een detective - uit in de onthulling van de toedracht van de moord. Maar het obscure milieu waarin de jongen verkeerde, dat door het verstrijken van de tijd nog ondoorgrondelijker is geworden, houdt een spookachtig karakter, evenals de stad waarin de schrijver na twintig jaar ronddwaalt. De soms opzettelijk clichématige beelden in de roman geven het verleden een obsederende aantrekkingskracht en maken het tegelijk onbereikbaar. De auteur is winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur 2014.