De wei van Koe
Mijn huis dat was
×

Mijn huis dat was
Besprekingen
'Brandde het in mijn hoofd, of brandde het in mijn huis?' Dat is de vraag die de hoofdpersoon van deze vertelling zich stelt. De dementerende, 92-jarige vrouw houdt een monoloog tegen haar kleindochter Kee, die haar met een bos bloemen is komen opzoeken in het tehuis waar ze woont. De woordenstroom lijkt voortdurend te verdwalen in haar zwartgeblakerde geheugen, maar er zijn ook momenten van 'witte schaduw', van helderheid. Ze vertelt over haar overleden man Guido, verwart kleindochter Kee telkens weer met dochter Val en heeft angst voor de 'kale nieuwslezer', die haar voortdurend lastig valt en haar spullen steelt. Het verhaal is geschreven door Paul De Moor. Hij liet zich inspireren door de foto's die Karin Borghouts maakte van het uitgebrande huis waar zij ooit haar jeugd had doorgebracht. De door brand en roet getroffen woning is in een verstilde, bijna monochrome schoonheid vastgelegd in schilderachtige beelden. De treurigmakende verduistering van zowel het toegetakelde huis als …Lees verder